Scripture – 1 Korinthe 6:5, 11, 12, 20 “Is er dan bij u geen enkel wijs man, die uitspraak zal kunnen doen tussen broeders? – Maar gij hebt u laten afwassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd door de naam van de Here Jezus Christus en door de Geest van onze God – Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is mij geoorloofd, maar ik zal mij door niets laten knechten – Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam“
Observation – Blijkbaar werden er in Korinthe rechtszaken gevoerd tussen gemeenteleden onderling. Paulus benoemt dit en keurt het af. Hij geeft hiervoor een aantal redenen:
1. de heiligen (gemeenteleden) zullen op den duur over de wereld oordelen, dan past het niet om nu aan die wereld een oordeel te vragen over onderlinge geschillen (:2)
2. de heiligen zullen over engelen oordelen, zouden ze dan niet bevoegd zijn voor alledaagse zaken? (:3)
3. God geeft in elke gemeente (ook) wijze mensen die uitspraak kunnen doen in dit soort zaken (:5-6)
4. Leert het voorbeeld van Jezus ons niet dat we de ander uitnemender moeten achten dan onszelf? Zouden we dan niet liever de minste zijn? (:7-9)
5. Je doet anderen te kort, daarmee ben je zelf een onrechtvaardige geworden; sommigen zijn dat ook geweest, maar jullie hebben je laten afwassen en jullie zijn geheiligd en gerechtvaardigd in de naam van de Here Jezus (:10-11)
Dan schakelt Paulus over naar een ander onderwerp. “Alles is mijn geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is mij geoorloofd, maar ik zal mij door niets laten knechten” (:12).
Hiermee gaat hij in tegen de gedachtengang die ook in Korinthe nog opgeld deed, namelijk dat lichamelijk alles geoorloofd was, omdat het geloof volgens hen immers over geestelijke zaken gaat. Het is een gevolg van de klassieke Griekse tweedeling tussen de fysieke en de geestelijke wereld.
Paulus’ antwoord is dat alles weliswaar is geoorloofd in die zin dat de gelovige in Christus is vrijgemaakt van de wet en van de macht van de zonde. Wel voegt hij er direct aan toe dat niet alles nuttig is. Nuttig namelijk tot opbouw van het persoonlijk geloof, tot opbouw van de gemeente en van het Koninkrijk.
Verder maakt hij duidelijk “ik zal mij door niets laten knechten“. Als je vrijheid denkt te hebben en die gaat gebruiken, kun je daarmee gemakkelijk in zonde vallen en kan deze je gaan overheersen. Om dat te voorkomen kun je je er maar beter niet mee in laten, hoewel je in principe in de vrijheid staat.
Application – Wat doen wij als we een geschil met een broeder hebben? Gaan we naar de rechter? Of proberen we er binnen de gemeente uit te komen? Zoeken we de wereldse wijsheid of de wijsheid van geestvervulde mensen in de gemeente?
En wat doen we met de vrijheid die ons gegeven is? Leven we er maar op los, of leven we naar wat Paulus in Romeinen 6:1-2 schrijft? “Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven?”
Hoe gemakkelijk is het, nog één wijntje, of nog één biertje, nog één koekje, nog één fricandel hoewel je weet dat je eigenlijk al aan je tax zit. Nog heel eventjes kijken, terwijl je donders goed weet dat je beter weg kunt zappen…
Laat je niet knechten! Laat je niet weer opnieuw een slavenjuk opleggen!
Prayer – Vader dank U wel dat U ons zo goed kent. Dank voor Uw wijze woorden die U in de Bijbelt hebt laten optekenen. Dank U Here Jezus voor Uw bloed dat ons heeft gereinigd van alle zonden. Dank U dat U met Uw Heilige Geest ons helpt om bij de zonde weg te blijven. Helpt U ons Heer om Uw zachte stem te verstaan en om ook te luisteren wanneer U ons waarschuwt.