Scripture – Openbaring 10 – “En ik zag een andere sterke Engel uit de hemel afdalen. Hij was bekleed met een wolk en boven Zijn hoofd was een regenboog. Zijn gezicht was als de zon, en Zijn voeten waren als zuilen van vuur. En Hij had in Zijn hand een boekje, dat geopend was.
En Hij zette Zijn rechtervoet op de zee en Zijn linker op de aarde.
En Hij riep met een luide stem, zoals een leeuw brult.
En toen Hij geroepen had, lieten de zeven donderslagen hun stemmen horen.
En toen de zeven donderslagen hun stemmen hadden laten horen, stond ik op het punt ze op te schrijven. Maar ik hoorde een stem uit de hemel tegen mij zeggen: Verzegel wat de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf dat niet op.
En de Engel Die ik op de zee en op de aarde zag staan, hief Zijn hand op naar de hemel, en Hij zwoer bij Hem Die leeft in alle eeuwigheid, Die de hemel heeft geschapen met wat daarin is, de aarde met wat daarop is en de zee met wat daarin is, dat er geen tijd meer zou zijn. Maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer die op de bazuin zal blazen, zal ook het geheimenis van God volbracht worden, zoals Hij aan Zijn dienstknechten, de profeten, verkondigd heeft.
En de stem die ik uit de hemel gehoord had, sprak opnieuw met mij en zei: Ga, neem het boekje dat geopend ligt in de hand van de Engel Die op de zee en op de aarde staat.
En ik ging naar de Engel toe en zei tegen Hem: Geef mij dat boekje. En Hij zei tegen mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. En ik nam het boekje uit de hand van de Engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het opgegeten had, werd mijn buik bitter.
En Hij zei tegen mij: U moet opnieuw profeteren over vele volken, naties, talen en koningen.” (Openbaring 10, HSV)
Observation – Zoals het openen van de zeven zegels na het zesde zegel onderbroken werd door hoofdstuk 7, zo wordt nu het blazen op de bazuinen na de zesde bazuin onderbroken door hoofdstuk 10-11:14. Zes bazuinen hebben we gehoord in de hoofdstukken 8 en 9, de zevende klinkt pas in 11:15.
Veel van wat Johannes hier schrijft doet denken aan Daniël 10-12. Het gezichtspunt van Johannes verandert. Waar hij eerst in zijn visioen in de hemel zag, ziet hij het nu op aarde, immers ziet hij een sterke engel “uit de hemel afdalen“.
De beschrijving van deze engel doen denken aan de engel in Daniël 10, deze wordt in de Joodse traditie Gabriël genoemd. Vier aspecten van deze engel worden beschreven, die alle wel aan de Here Jezus doen denken. De wolk en de regenboog wijzen op de hemelse heerlijkheid. Het gezicht van de engel “als de zon” betekent dat het straalt van hemelse kracht en majesteit (zie ook Mattheüs 13:43 en 2 Corinthe 3:7). De voeten (inclusief de benen) als “zuilen van vuur” doen denken aan de vuurkolom die het volk beschermde op hun woestijnreis (Exodus 13:21-22).
Het boekje dat de engel in zijn hand houdt bevat een profetische boodschap die Johannes moet uitspreken. Te denken valt aan een gedeelte van het boek Openbaring. In vers 11 wordt gesproken over “opnieuw profeteren over vele volken, naties, talen en koningen“. Het gebeuren doet sterk denken aan wat is geschreven in Ezechiël 2:9-3:3.
Het feit dat de engel zijn voeten op land en zee plaatst wil niet alleen zeggen dat hij zeer groot van gestalte was, maar ook dat hij gezag over de gehele aarde had. Wat deze engel zegt met zijn luide stem, is misschien een opdracht aan “de zeven donderslagen“. En wat die zeggen is voor Johannes verstaanbaar, maar mag niet worden opgeschreven. Dit doet denken aan Paulus (2 Corinthe 12:4). Dit is een duidelijke boodschap aan uitleggers van Openbaring: het boek is geen complete legpuzzel, er zijn geheimenissen die God aan Zich houdt. Het boek is niet compleet te doorgronden!
De engel heft zijn hand op, zoals te doen gebruikelijk bij het zweren van een eed (Deuteronomium 32:40 en Daniël 12:7). Dit vormt ook de achtergrond van wat nu gebeurt. In Deut.32 zweert de Here God dat hij de goddelozen zal oordelen met plagen die we nu in Openbaring terugzien, in Dan.12 gaat het over de eindtijd met haar oordelen, maar die worden daar nog uitgesteld. Maar onze tekst van vandaag zegt dat dit uitstel nu over is.
Het moment waarop er geen uitstel meer zal zijn wordt aangegeven als het moment waarop de zevende engel op de bazuin blaast. Dan zal het “geheimenis” van God, het “mysterie” geopenbaard worden, dat duidt hier op het heilsplan van God, net als in Romeinen 16:25-26 en 1 Korinthe 2:7, waarin de Here Jezus centraal staat. De voltooiing van dit plan zal aan het einde van de geschiedenis klaar zijn, de gelovigen krijgen nu reeds een zeker inzicht in dit plan.
Nu moet Johannes de boekrol van de engel overnemen. Hij neemt de boekrol over en de engel zegt tegen hem dat hij de boekrol niet alleen moet overnemen maar dat hij hem ook moet opeten (zie de vergelijking met Ezechiël 2:8-3:3). De profeet moet de hele boodschap tot zich nemen, deze zich eigen maken. De boodschap is voor de profeet zowel aangenaam als hard. Vooral voor de hoorders is de boodschap hard, en ze zal ook door hen vol ongeloof worden ontvangen, waardoor het oordeel ook extra over hen zal komen.
Hij neemt deze boodschap tot zich en ervaart inderdaad dat het voor hemzelf (in zijn mond) een zoete boodschap is, het zijn per slot van rekening Gods woorden die hij spreken mag. In zijn buik (om het te verteren, dus ook voor de hoorders) is het echter een bittere, harde boodschap. Toch moet deze boodschap “opnieuw geprofeteerd worden” over de wereld!
Application – Wij kunnen en behoeven niet alles te weten. Sommige dingen worden door God voor ons verborgen gehouden. Dan komt het op vertrouwen aan! We kunnen dus niet het hele boek Openbaring helemaal uitleggen, zoals we misschien wel graag zouden willen. Sommige stukjes zullen mysterieus blijven!
En andere delen zijn klip en klaar! Oordelen over ongelovigen als gevolg op Gods rechtvaardigheid. God is namelijk niet veranderd sinds het begin van de schepping. Zoals Hij in het Oude Testament was, is Hij nu ook en zal Hij zijn in de eeuwigheid!
Want Hij is Degene Die IS, Die WAS en Die KOMT!
Telkens wordt er een stukje meer over Hem openbaar, telkens mogen we iets meer van Hem begrijpen, zie ook Daniël 12:4, waar we lezen: “Maar u, Daniël, houd deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toenemen“!
Prayer – Vader dank U wel dat U ons openbaren wilt wat wij mogen weten, wat wij aankunnen misschien wel… Dank U Heer voor Uw betrouwbaarheid, Uw vriendschap, Uw Liefde en Uw genade en zegen over ons. Dank U voor Wie U bent, dank U dat U altijd Dezelfde bent!
AMEN, God is onze Koning, Hij is de Betrouwbare!

